Beleidsindicatoren
Urk | NL | ||||||
Indicator | 2022 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Beschrijving | Bron |
Cliënten met een maatwerkarrangement WMO | 370 | 360 | N.B. | 700 | N.B. | Het aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. | CBS |
Kinderen in uitkeringsgezin | 2.0% | N.B. | N.B. | N.B. | N.B. | Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. | CBS |
Jongeren met jeugdhulp | 6.9% | 7.5% | N.B. | 13.5% | N.B. | Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. | CBS |
Jongeren met jeugdreclassering | N.B. | N.B. | N.B. | 0.3% | N.B. | Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). | CBS |
Jongeren met jeugdbescherming | 0,7% | 0.6% | N.B. | 1.1% | N.B. | Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. | CBS |
Werkloze jongeren | 1.0% | N.B. | N.B. | N.B. | N.B. | Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar). | Verwey Jonker |
Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) | 2.1% | 1.7% | N.B. | 2.4% | N.B. | Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. | DUO |
Absoluut verzuim | N.B. | N.B. | N.B. | 6.3 | N.B. | Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen (lft. 5-18 jaar). | DUO |
Relatief verzuim | 73 | 70 | N.B. | 27 | N.B. | Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen (lft. 5-18 jaar). | DUO |
Banen | 844,7 | 897.2 | N.B. | 714.7 | N.B. | Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-74 jaar. | LISA |
Vestigingen (van bedrijven) | 152,5 | 162.1 | N.B. | 181.8 | N.B. | Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | LISA |
Netto arbeidsparticipatie | 80,4% | 81.3% | N.B. | 73.1% | N.B. | Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking. | CBS |
Personen met bijstandsuitkeringen | 117.8 | 115.6 | N.B. | 345 | N.B. | Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners (18jr e.o.). | CBS |
Hernieuwbare elektriciteit | 31.3% | N.B. | N.B. | N.B. | N.B. | Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. | Rijkswaterstaat |
Winkeldiefstallen | 0,5 | 1.2 | N.B. | 2.5 | N.B. | Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners. | CBS |
Geweldsmisdrijven | 2,1 | 2.5 | N.B. | 4.3 | N.B. | Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners. | CBS |
Diefstallen uit woningen | 0,2 | 0.14 | N.B. | 1.3 | N.B. | Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners. | CBS |
Vernieling en beschadiging (in de openbare ruimte) | 3.6 | 3.9 | N.B. | 3.9 | N.B. | Het aantal vernielingen en beschadigingen in de openbare ruimte, per 1.000 inwoners. | CBS |
Verwijzingen Halt | 34 | 27 | N.B. | 9 | N.B. | Het aantal verwijzingen naar Halt, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. | Bureau Halt |
Jongeren met delict voor rechter | 1.0% | N.B. | N.B. | N.B. | N.B. | Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. | CBS |
Niet-sporters | 54.6% | N.B. | N.B. | N.B. | N.B. | Het percentage inwoners dat niet sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners. | RIVM |
Bezetting <25K inwoners | 7,1 | 7,0 | N.B. | N.V.T | N.V.T. | Het aantal ingevulde fte per 1.000 inwoners. | Urk/Per.m. |
Apparaatskosten | € 715 | € 694 | N.B. | N.V.T | N.V.T | De apparaatskosten per inwoner (per 1-1). | Urk |
Externe inhuur | 18.6% | 22.2% | N.B. | N.V.T | N.V.T | De verhouding kosten inhuur externen ten opzichte van de totale loonsom + totale kosten inhuur externen. | Urk |
Overhead | 11,3% | 10,1% | N.B. | N.V.T | N.V.T | De verhouding overheadkosten ten opzichte de totale lasten. | Urk |
Woonlasten éénpersoonshuishouden | € 942 | € 959 | € 994 | € 860 | N.B. | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten. | Urk/COELO |
Woonlasten meerpersoonshuishouden | € 942 | € 959 | € 994 | € 942 | N.B. | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten. | Urk/COELO |
Gemiddelde WOZ waarde | € 293 | € 327 | € 343 | € 368 | € 379 | De gemiddelde WOZ waarde van woningen (x € 1.000). | Urk/COELO |
Formatie <25K inwoners | 7,6 | 7,6 | N.B. | N.V.T | N.B. | Het aantal vastgestelde fte per 1.000 inwoners. | Urk |
Functiemenging | 64,3% | N.B. | N.B. | N.B. | N.B. | De functiemengingsindex weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. | LISA |
Demografische druk | 85,4% | 84,8% | 84,5% | 70,3% | N.B. | De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. | CBS |
Omvang huishoudelijk restafval | 156 | N.B. | N.B. | 148 | N.B. | De hoeveelheid restafval per bewoner per jaar (kg). | CBS/Urk |
Lopende re-integratievoorzieningen | 74,8 | 102,7 | N.B. | 191,5 | N.B. | Het aantal re-integratie-voorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | CBS |
Nieuw gebouwde woningen | 15,6 | 4.2 | N.B. | 9.1 | N.B. | Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen. | BAG |